De verbinding
We hebben veel. We hebben bijna alles. Voor veel mensen geldt dat nog steeds, ondanks de crisis. We moeten wel allemaal een stapje terug doen. Brengt ons dat verder van elkaar af, juist naar elkaar toe of heeft de tijd vóór de crisis al de verwijdering tussen de mensen ingezet?
Er komen steeds vaker jonge mensen op mijn pad die niet gelukkig zijn op deze aarde. Daar schrik ik dan elke keer weer van. Ze variëren globaal in de leeftijd van 8 tot 20 jaar en worden afhankelijk van de leeftijd bij mij ‘afgeleverd’. De jongste wordt vergezeld door een van de ouders, meestal de moeder. Zij blijft vaak ook aanwezig bij het gesprek. De jonge volwassenen geven meestal vrij snel aan dat zij het gesprek willen voeren zonder de opvoeder(s). Natuurlijk is er ook een grote groep mensen boven de 20 die zich zullen herkennen.
Als ik de jongeren vraag waarvoor ze komen hebben ze meestal niet meteen een helder antwoord. Het is veelal moeilijk om onder woorden te brengen wat ze precies denken, laat staan wat ze voelen. Ik start het gesprek mestal met wat ‘standaard’ dingen. Het gezin, de samenstelling daarvan en wat er daarbinnen gebeurt of gebeurd is. Vaak geen schokkende dingen. Althans dat lijkt het voor de meeste deelnemers van het gezin. Overduidelijk is het, hoe verschillend mensen dezelfde situaties beoordelen en ervaren. Bij de één wordt bij een gebeurtenis alles in beweging gezet bij de ander gebeurt onder dezelfde omstandigheden vrijwel niets. Hoe weten we wat de ander ervaart en vooral voelt? Dat betekent vragen stellen, communiceren, naar de lichaamstaal kijken en invoelen. Er is altijd wel een reden om bepaalde zaken niet uit te spreken. Redenen daarvoor kunnen zijn drukte, spanning, uitstel, angst, onzekerheid……. Er is op dat moment geen verdieping van het contact.“Wat brengt jou werkelijk hier”, is mijn vraag. Er volgt een stilte. Er wordt serieus over nagedacht voordat er een antwoord volgt. Wat mij elke keer weer opvalt is de loyaliteit naar de ouders toe. Niets mis mee natuurlijk, maar het mag niet ten koste gaan van het kind zelf. En dat is soms wel het geval. Hetgeen wat het kind uiteindelijk herkent, benoemt en beschrijft is dat er géén echte verbinding is met de persoon die ze zo nodig hebben. Wat de reden dan ook mag zijn, het doet hen pijn. Een grote groep jongeren van deze tijd ervaart dit als zeer zwaar. Vele gesprekken zijn voor hen oppervlakkig en nietszeggend. Hoe laat ze thuis zijn, wat ze willen eten of hoe het was op school. Als er werkelijk naar het antwoord geluisterd wordt dan is dat de start (of vervolg) voor de echte verbintenis. Maar vragen beantwoorden terwijl de ouder een boodschappenbriefje schrijft, kookt of voor de tv hangt komt niet echt geïnteresseerd over. Vooral het kind en jongere van deze tijd zijn op zoek naar echt contact. Dat er iemand luistert, werkelijk interesse heeft in hen, niet meteen oordeelt en een mening klaar heeft of het gesprek (weer) overneemt.
Als we werkelijk contact willen met de mensen (ons kind) dan moeten we daarin investeren. We moeten echt luisteren naar datgene wat er gezegd wordt, ook tussen de regels door. Ik persoonlijk heb zelf geen kinderen maar ik weet na 35 jaar werken met de jongeren, generaties waar we trots op mogen zijn, dat we tijd moeten nemen om hen te begrijpen, en zij natuurlijk ons. Dat betekent dat we moeten proberen om ons meer in hen te verplaatsen. Ons te openen als mens en niet altijd als de opvoeder. Ga op zoek naar de verbinding die ieder mens met de ander wil. Respecteer het, omhels het, houd van hem of haar en uit dat. Niet alleen met de materiële en aardse zaken maar in een gesprek met de woorden ‘ik houd ‘van jou’ of ’Ik ben blij dat jij mijn kind bent’. Ervaar dan datgene wat je terugkrijgt. Een verbondenheid die zoveel in werking zet. Voor het kind, de ouder en de omgeving. En laten we als volwassene nooit het Twents gezegde vergeten: Deze koe is ooit een kalf geweest.
Ik wens u prachtige relaties............
Theo